ABC Amsterdam
  |  Introductie  |  Nieuws  |  Contact  |  Steun & Adressen  |  Teksten  |  Achtergrond  |  Dossiers  | 
Introductie 
Nieuws 
Contact 
Steun & Adressen 
BE NL LUX 
AT DE CH 
ES PT IT 
Griekenland 
Oost Europa 
USA 
Teksten 
Mark Barnsley 
Thomas Meyer-Falk 
Achtergrond 
Dossiers 
Aachen 
Belgie 
Barcelona 6 
Hamed Hamed Belaid 
Roberto Catrino Lopez 
Spaanse Staat 






17.11.2007

Op zaterdag 17 November presenteerde ABC Amsterdam, haar net verschenen brochure "de verwoestende werking van wetten art129a" Op deze goed bezochte infoavond werd er verteld over de recente arestaties ronnd de zogenaamde "militant gruppe". De Brochure gaat over het ontstaan en achtergrond van art 129a. De brochure is te verkrijgen voor 2 euro in de boekhandel Fort van Sjakoo te Amsterdam en natuurljk te betellen bij ons door een e-mail te sturen naar abcamsterdam@squat.net meer info over de arestanten van art129a kijk op http://einstellung.so36.net

Sinds de invoering van artikel 129a (lidmaatschap, ondersteuning of oprichting van een terroristische organisatie) in 1976, ter bestrijding van de RAF, is het de laatste jaren vaak ingezet om andere links radicale individuen tot een groep, vereniging of terroristische organisatie te bombarderen.

Om de absolute bestrijding van de RAF legaal te kunnen bewerkstelligen werd het Duitse Wetboek Van Strafvordering (StGB) grondig aangepast. Een serie van wetten werd aangepast, ontworpen en uitgeprobeerd. Enkele voorbeelden: Het werd mogelijk gemaakt sommige advocaten, die werden gezien als mogelijke ‘sympathisanten’ van de verdachten, uit te sluiten van de processen (§138 StGB), en trad in werking op 1 januari 1975. Er werden voorzieningen getroffen om rechtszittingen te kunnen laten doorgaan, ook als de verdachten deze “door eigen toedoen”, bijvoorbeeld omdat ze in hongerstaking waren, zelf niet konden bijwonen (§231 StGB), het gebruik van één advocaat door meerdere verdachten werd verboden om zo te voorkomen dat de advocaat als “liaison” kon optreden tussen verdachten die geen contact met elkaar mochten hebben (§146 StGB), en verdachten mochten nog maximaal drie advocaten hebben (§ 137 StGB). Hier begonnen de grote inperkingen van het recht van verdachten en de verdediging, en de grenzeloze mogelijkheden van justitie om, hoe dan ook, te vervolgen.

Later heeft links radicaal blad “Radikal” in december 1982 te maken gehad met invallen in huizen, boekwinkels en drukkerijen. In juni 1984 werden twee verdachten, Klöchner en Härlin, verantwoordelijk gesteld als hoofdredacteuren van het blad en kregen 2,5 jaar gevangenisstraf opgelegd. Door europarlementariër te worden voor de Grünen genoten ze onschendbaarheid. In 1990 werd het proces herzien en uiteindelijk nietig verklaard. De vraag die in dit proces rees was of aanzetten tot terrorisme bewezen kon worden wanneer men kritiekloos de communiqués van, in dit geval, de Revolutionäre Zelle afdrukt. In 1986 kreeg de Duitse Verfassungsschutz (geheime dienst) de adressenlijst van “Radikal” abonnees in handen en ging over tot huiszoekingen. 192 mensen werden onderzocht op artikel 129a, bij 146 mensen werden de beschuldigingen ingetrokken, bij 25 mensen werd de aanklacht door de rechtbank afgewezen, en evengoed gingen 5 mensen de bak in voor 7 tot 10 maanden. Tussen 1980 en 1988 liepen er in totaal 3000 129a zaken; 96% procent van deze zaken werd uiteindelijk geseponeerd.

In 1989 werd Frits Storim veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf omdat hij hoofdredacteur geweest zou zijn van het Hamburgse linkse blad “Sabot”.

Tussen 1993 en 1996 deed de Duitse justitie een grootschalig observatie onderzoek uit naam van artikel 129a naar de “Antiimperialistischen Zelle”, die enkele springstof aanslagen had gepleegd, in Aken. Dat bleek uit het proces dat hieruit volgde. In januari 1996 werden 2 verdachten aangehouden, Falk en Steinau. De dag erna werd het Autonoom Centrum doorzocht. Twee vrouwen werd verzocht een verklaring af te leggen maar weigerden dat. Verschillende mensen zouden volgens vage vermoedens van de geheime dienst een belangrijke rol hebben gespeeld of zelfs lid zijn geweest van de AIZ. De aanvankelijke twee verdachten werden 1999 veroordeeld tot 13 jaar en 9 jaar gevangenisstraf. Artikel 129a verviel omdat het derde lid niet gevonden werd. . Uiteindelijk werd in 2001 een nieuw onderzoek naar drie vrouwen een ingesteld op 129a, (wat nog steeds loopt), om hun betrokkenheid aan te tonen.

Op 27 november 2002 werden Marco en Daniël gearresteerd als verdachten van meerdere brandaanslagen tegen onder andere Daimler-Chrysler, BGS en een LKA gebouw in Magdeburg. Het was de bedoeling van justitie hen te veroordelen op artikel 129a, maar zij waren slechts met z’n tweeën; daarom werd Carsten erbij gesleept als derde lid (de zogenaamde Magdeburg-3). Eind zomer 2003 begon het proces. Na bijna een jaar in voorarrest te hebben gezeten werd Marco veroordeeld tot 2,5 jaar gevangenisstraf en kreeg alle proceskosten voor zijn rekening, Daniël werd veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf, en Carsten vrijgelaten en schadeloos gesteld. In 2005 werd het proces herzien; op 26 april moesten Carsten en Marco tegen Daniël getuigen maar weigerden dat, met als gevolg dat ze beiden nog een half jaar in de “Beugehaft” door moesten brengen. De straf van Marco werd evengoed bevestigd, en hij moest op 27 februari opnieuw de bak in om nog 1,5 jaar uit te zitten, Daniël hoefde uiteindelijk niet meer terug. Begin 2007 is Marco weer vrijgekomen.

En meer recentelijk slaat de Duitse justitie opnieuw door in haar pogingen de links radicale beweging te criminaliseren, te intimideren, te breken. In mei 2007 viel de politie verschillende plaatsen binnen in het kader van vier onderzoeken op basis van artikel 129a in Hamburg, Bremen, Strausberg en Bad Oldesloe. Op 9 mei nog meer huiszoekingen wegens de beschuldiging “het vormen van een terroristische organisatie met als doel de G8 bijeenkomst te verhinderen” (onder verschillende groepsnamen, 18 mensen) en “lidmaatschap aan een terroristische organisatie”(Militanten Gruppe; MG, 3 mensen, met als specifieke beschuldigingen aanslagen die plaats vonden sinds 2001). Op 31 juli werden vervolgens drie mensen gearresteerd vlakbij Berlijn, op beschuldiging van het plaatsen van brandbommen onder legertrucks. De politie hield hun auto aan, sloeg de ruiten in en sleurde hen eruit. Ze werden ontdaan van hun kleren en kregen een zwarte kap over hun hoofd. Een vierde werd enige tijd later thuis gearresteerd en ervan beschuldigd de schrijver van communiqués van de groep te zijn. Hij kwam enkele weken later vrij op borg. Nog drie anderen worden gezocht. Ze worden aangeklaagd op basis van artikel 129a; in hun geval gaat het om de Militanten Gruppe, actief sinds 2001.

Naast huiszoekingen werden tientallen telefoons afgetapt en microfoons in auto’s en op vergaderplekken geplaatst. Een getuige die een ‘verdacht persoon’ geïdentificeerd heeft na de brandaanslag tegen de auto van Thomas Straubhaar leverde maar liefst 80 foto’s af bij het BKA (Bundes Kriminal Amt: federaal crimineel onderzoeksbureau).

Sommige individuen worden aangeklaagd omwille van het opzetten van een ‘militante groep’ tegen de G8 van 2007. Deze beschuldigingen zijn gebaseerd op telefoon gesprekken tussen leden van de ‘Global Agriculture’ werkgroep waarbij gesproken werd over het ‘opvoeren’ van de campagne. Sommigen werden verdachten na het bezoeken van websites van bedrijven of via de telefoon te hebben gesproken over de locaties van de bedrijven.

Een groot deel van de beschuldigingen van de onderzoeksdossiers bestaat uit een analyse van “opeisingen en verklaringen”. De politie zoekt naar hoe zinnen geformuleerd worden, waar grammaticale fouten zitten, hoe leestekens gezet worden en wanneer letters als hoofdletters geschreven worden. Daarnaast kijkt ze ook naar hoe de datum geplaatst wordt (rechts of links op de pagina), of die geschreven wordt met nullen of niet en of woorden als ‘imperialisme’ en ‘precariteit’ gebruikt worden. Hier wordt het “Rasterfahndung” toegepast, er wordt een profiel gecreëerd van mogelijke auteurs: stad, politieke relaties, scholingsgraad en positie van de auteur binnen diens politieke spectrum; op basis van de hieruit verkregen gegevens kunnen de onderzochte teksten dan worden toegekend aan bepaalde personen, volgens de Duitse justitie. Hetgeen geschiedde.

Voor het onderzoek naar de dissidente activiteiten rondom de G8 heeft de politie bij minstens twee vergaderingen van het ‘Dissent!-netwerk’ in het Mehringhof (Berlijn) en de HWP Hogeschool (Hamburg) informatie opgevraagd over de GSM connecties bij de providers. Dat wil zeggen dat alle nummers van de GSM’s die aanwezig waren op de vergadering, geregistreerd werden. Het mag bovendien geen verassing zijn dat er op de vergadering zelf ook informanten aanwezig waren.

Het is voor justitie echter niet altijd even gemakkelijk gebleken om de vereiste DRIE personen aan zo’n organisatie te verbinden. Feit blijft wel dat het de staat dus, tot nu toe, in slechts zeer weinig gevallen (2 %) daadwerkelijk gelukt is een terroristische organisatie bewezen te krijgen voor rechtbanken waar de handlangers van de klassenjustitie ons naar het cachot sturen. Maar niet alleen de uiteindelijke veroordeling doet onze woede oplaaien; het gewroet in de levens van onze kameraden, hun vrienden en familie, de tot 6 maanden opsluiting in “Beugehaft” die geldt voor een ieder die niet tegen kameraden wil getuigen om justitie te helpen, de “Rasterfahndung” die willekeurige personen erbij lapt om het vereiste drietal voor de “terroristische organisatie” compleet te maken en de eindeloze intimidatie van de (sterke arm der) wet.